Motorrijden met duopassagier
Bij de meeste motoren kan wel iemand achterop. Een goede duopassagier zijn is alleen niet makkelijk. En een goede motorrijder zijn met iemand achterop is ook niet zo vanzelfsprekend. Ikwilvanmijnmotorfietsaf.nl zet de beste tips op een rij voor het rijden met iemand achterop. De duopassagier moet weten wat er van hem of haar wordt gevraagd als hij* achterop mee gaat, maar ook van een motorrijder wordt een bepaalde instelling verwacht om het motorrijden voor beide zo plezierig mogelijk te maken. In deze blog lees je waar je op moet letten wanneer je meerijdt of zelf de tweewieler bestuurt met iemand achterop. * Waar in de tekst ‘hij’ en ‘zijn’ staat kun je ook ‘zij’ en ‘haar’ lezen.
Tips voor de duopassagier
Als je als meerijder op een motor stapt zijn er een paar dingen waar je op moet letten om een ritje zo soepel mogelijk te laten verlopen.
Op- en afstappen
Als je lenig genoeg bent kun je je been over de motor zwaaien om op te stappen. Lukt dat niet, dan kun je het stepje gebruiken als opstapje. Doe dat wel voorzichtig en geef het aan zodat de bestuurder zich schrap kan zetten. Wacht ook totdat de bestuurder zegt dat het kan. Stop je bijvoorbeeld voor een stoplicht? Houd dan je voeten op de stepjes en blijf stil zitten. Dan blijft de motor beter in balans.
Hoe moet je zitten?
Hoe meer je achterop de motor gaat zitten, hoe meer invloed je gewicht heeft in de bochten. Ga daarom zo dicht mogelijk tegen de bestuurder aan zitten en sla je armen om zijn middel. Op die manier voel je de bewegingen van de motor en kun je daar op anticiperen.
Meebewegen
Ga dicht tegen de bestuurder aan zitten en ontspan om goed mee te kunnen bewegen. Vooral in bochten is dat belangrijk. Gooi niet je hele gewicht in de bocht en ga niet tegenhangen. Volg de bewegingen van de bestuurder op. Houd in een bocht je hoofd aan de kant van de binnenbocht. Ga als de bestuurder gaat remmen met je bovenlichaam iets naar achteren zitten zodat jullie helmen elkaar niet raken. Probeer tijdens het rijden een beetje afstand te houden zodat je helm niet continu tegen die van de bestuurder aan komt. Maak geen plotselinge bewegingen, ook niet als de motor langzamer gaat. Juist op die momenten is het moeilijker voor een bestuurder om met een passagier in balans te blijven.
Tips voor de bestuurder
Met een duopassagier rijdt het heel anders dan alleen. Dit zijn de dingen waar je als bestuurder rekening mee moet houden als je iemand achterop meeneemt.
Maak afspraken met de duopassagier
Heeft de bijrijder nog nooit bij iemand achterop gezeten? Vertel dan hoe diegene op moet stappen, hoe hij zich vast houdt en waar hij zijn voeten plaatst. Het is handig als je afspreekt hoe je met elkaar communiceert. Heb je een communicatiesysteem of gebruik je gebaren of moet de bijrijder op je schouder tikken als het te snel gaat? Zorg er voor dat de bijrijder weet wat hij moet doen om iets duidelijk te maken.
Remmen en gas geven
Remmen en gas geven voelt voor de duopassagier heel anders dan voor de bestuurder van een motor. Als je hard remt wordt de bijrijder tegen je aan geduwd en als je hard accelereert wordt de duopassagier van de motor afgeschoven. Dat is voor de bijrijder niet heel comfortabel, dus hou daar wel rekening mee. Doe alles gedoseerd en met mate, voor zover mogelijk.
Soepel schakelen
Met een duopassagier kan het voorkomen dat jullie helmen elkaar raken. Dat ligt niet aan de bijrijder, maar aan hoe je als bestuurder schakelt. Zorg ervoor dat je soepel schakelt, dan hoeven de helmen niet te botsen.
Als motorrijder merk je dat het met een duopassagier heel anders rijdt. Of je nu samen een mooie toerrit door de bossen gaat maken of op één oor de verschillende bochten wilt aanvallen, alles heeft zijn charme.