Motorrijden met de juiste zithouding
De juiste zithouding op de motor is niet alleen prettig voor jezelf, je kunt met een goede houding veel invloed uitoefenen op het gedrag van je motor. Wist je dat je met kleine aanpassingen in je houding al veel comfortabeler rijdt? In deze blog geven we tips voor de juiste zithouding. De juiste zithouding is natuurlijk afhankelijk van de motor waar je op rijdt. Sportievere motoren vragen een andere houding dan toermotoren. Toch zijn er standaard ‘regeltjes’ die je helpen een motorrit langer vol te houden en te anticiperen op veranderende omstandigheden.
Factoren van invloed
De juiste zithouding begint met de motor. Op een Yamaha R1 zit je anders dan op bijvoorbeeld een Triumph Rocket III. Dat heeft te maken met de bouw en de besturing van de motor. Op een sportmotor ga je zoveel mogelijk achter de kuip zitten om meer snelheid te kunnen maken. Op een toermotor wil je juist comfortabel zitten om het langer vol te houden. Aerodynamiek is daarbij minder belangrijk.
Het wil niet zeggen dat je op elke motor goed kunt zitten. Je postuur speelt een belangrijke rol bij je zithouding. Je moet voordat je een motor aanschaft goed kijken of hij wel geschikt is voor je lengte. Maak een proefrit en let er, vooral als je wat korter bent, op of je met je benen bij de grond kunt. Langere mensen kunnen problemen krijgen doordat ze bij gekuipte motoren met hun knieën tegen de kuip komen. Via de site Cycle Ergo kun je kijken of de motor die je in gedachten hebt wel geschikt voor je is. Kies het merk en model en voer je totale lengte en binnenbeenlengte in. Je ziet dan meteen wat je houding op een motor zou zijn.
De juiste zithouding
In de basis zijn er een paar dingen waar je op kunt letten bij het aannemen van een goede houding. Dit kun je voor nagenoeg alle motoren aanhouden.
- Ontspannen zit
Probeer zoveel mogelijk te ontspannen. Sommige motorrijders hebben de neiging om de tank vast te klemmen. Je moet wel beide knieën tegen de tank houden, maar klem hem niet vast alsof hij er anders af gaat vallen. Dat gebeurt echt niet. Houd knieën onder een hoek van ongeveer 45° tegen de tank. Zo heb je voldoende grip als je een bocht in gaat.
- Houd het stuur met twee handen vast
Houd het stuur goed vast. Een paar vingers op de koppeling of rem vermindert het contact en dus ook je reactievermogen wanneer je ergens overheen stuitert. Ga niet aan je stuur hangen of er in knijpen.
- Houd je armen licht gebogen
Ga zo zitten dat je je armen niet helemaal hoeft te strekken. Je kunt zo de handles goed bedienen en je kunt je motor draaien zonder te overstrekken.
Wist je dat coureurs vroeger met één hand aan het stuur en de andere hand aan de voorvorkpoot gingen rijden om sneller te gaan? De luchtweerstand werd daardoor verminderd.
- Licht gebogen zitten
Als je te recht zit voel je dat al snel in je rug. Door iets gebogen te gaan zitten houd je het langer vol.
- Voeten op de voetsteunen
Sommige motorrijders rijden met zogenaamde ‘eendenpoten’: met de hielen op de step en de voeten naar buiten gericht. Dat is niet handig als je in een onverwachte situatie de rem en koppeling nodig hebt. Als je je voeten goed op de steun hebt blijf je in balans en kun je de rem en koppeling snel bedienen, meestal is dat wanneer je met je tenen op de step zit.
- Pas je houding aan de situatie aan
We willen niet meteen adviseren om naast je motor te gaan hangen, maar het kan in bepaalde situaties de grip vergroten en je reactievermogen verbeteren. Als het wegdek nat is kun je je motor rechtop houden door zelf je lichaam naar de binnenkant van de bocht te draaien. Moet je iets ontwijken? Dan kun je als het ware de motor van je af duwen zodat je zo weinig mogelijk massa hoeft te verplaatsen.